Al ons radioactieve afval wordt veilig en verantwoord bij COVRA opgeslagen. De Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) heeft de wettelijke taak om in ons land al het radioactieve afval te verzamelen, te verwerken en op te slaan. Niet alleen het radioactief afval van de kerncentrale gaat naar COVRA, maar ook radioactief ziekenhuisafval en radioactief afval uit de procesindustrie.

Radioactief afval: stabiliseren en opslaan

Slechts 5 procent van onze splijtstof eindigt als hoogradioactief afval. In de recyclingfabriek in Frankrijk laten we dit mengen met vloeibaar glas. Het mengsel wordt lucht- en vloeistofdicht verpakt in roestvrijstalen vaten (canisters) waarin het glas afkoelt en stolt. De radioactieve stoffen zitten daarna opgesloten in de structuur van het massieve blok glas en kunnen er niet meer uit. Onze kerncentrale produceert jaarlijks zeven canisters hoogradioactief afval.

 

Speciaal opslaggebouw

Deze canisters worden per trein teruggebracht naar Nederland en opgeslagen in een speciaal COVRA-gebouw. Dit is het herkenbare oranje Hoogradioactief Afval Behandelings- en Opslag Gebouw (HABOG) dat dicht bij de kerncentrale staat.

COVRA slaat het afval voor honderd jaar bovengronds in het HABOG op. In deze periode verdwijnt vanwege de halveringstijd op natuurlijke wijze een groot deel van de radioactiviteit. Het afval is na honderd jaar veel minder schadelijk geworden. Het bevat dan nog wel enkele bestanddelen die nog duizenden jaren radioactief blijven. Deze kunnen daarom het beste in stabiele geologische aardlagen in de diepe bodem worden opgeslagen om te vervallen. De Nederlandse overheid onderzoekt hoe zo’n geologische eindberging er uit moet zien. Vast staat dat er niet iets onomkeerbaar wordt gedaan: het afval dat in de diepe bodem wordt opgeslagen zal terugneembaar zijn.

Wie wil weten hoe wij in Nederland omgaan met radioactief afval, kan een bezoek brengen aan COVRA, de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval in Vlissingen.