Bijzondere gebeurtenissen op het gebied van veiligheid en milieu die wij in 2025 hebben gemeld bij de overheid.

 

Meldingen 2025

Op 7 mei 2025 is de kerncentrale uit bedrijf genomen vanwege een kleine lekkage aan een sproeiklep van het primaire systeem (nucleaire deel van de centrale). De lekkage werd ontdekt doordat metingen een stijging van radioactiviteit in de installatieruimte lieten zien. Met behulp van een camera in diezelfde ruimte werd de lekkage bevestigd, omdat stoomvorming bij de klep te zien was.

Daarop is besloten om de centrale uit bedrijf te nemen. Na het afkoelen en verlagen van de druk van het primaire systeem, is de reparatie van de lekkage voorbereid en succesvol uitgevoerd.

De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties). 

Op 1 mei 2025 spraken de alarmen van de personenmonitoren aan tijdens controle van twee externe medewerkers die het terrein van de kerncentrale wilden verlaten. Onderzoek toonde aan dat de medewerkers materiaal hadden ontvreemd wat bij gebruik binnen het gecontroleerd gebied van de kerncentrale besmet was geraakt met radioactieve stoffen.

Dit is een ernstige schending van de geldende veiligheidsvoorschriften. Hierdoor is het sanctiebeleid in werking gesteld. Gezien de ernst van de overtreding is, na overleg met de leverancier, besloten om de samenwerking met de betrokken medewerkers per direct te beëindigen. Zij hebben geen toegang meer tot het terrein. De besmette materialen zijn veilig opgeborgen.

De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties). 

Op 24 april 2025 sprak een alarm aan van een personenmonitor tijdens controle van een medewerker die het terrein van de kerncentrale wilde verlaten. De afdeling Stralingsbescherming constateerde een radioactieve besmetting op één van de schoenen van de medewerker. Op de sok en de voet bleek geen radioactieve besmetting te zitten. De medewerker heeft andere schoenen gekregen en kon vervolgens het terrein op de gebruikelijke wijze verlaten.

Metingen door de afdeling Stralingsbescherming toonden aan dat er geen andere radioactieve besmettingen aanwezig waren buiten het gecontroleerd gebied. Naar de oorzaak van het buiten het gecontroleerd gebied raken van de radioactieve besmetting wordt onderzoek gedaan.

 De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES = 0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).

 Achtergrond

Voor en na het betreden van het terrein van de kerncentrale vindt controle op mogelijke radioactieve besmetting van personen en goederen plaats. Voor medewerkers gaat dit via de personenmonitoren in de beveiligingsloge. Zo voorkomen we dat radioactieve stoffen buiten het terrein van de kerncentrale komen.

Hoe ernstig was de besmetting?  

De schoen van een medewerker bevatte een kleine radioactieve besmetting.

Als die radioactieve stof op de huid van de voet was gekomen, zou de medewerker straling hebben ontvangen. Om te weten hoe groot die stralingsdosis zou zijn, gaan we uit van een zeer ongunstig scenario, namelijk dat de gemeten radioactiviteit vier uur lang direct op de blote huid zat.

Zelfs in dat ongunstige scenario is de hoeveelheid straling vergelijkbaar met het krijgen van een röntgenfoto van de borstkas.

In werkelijkheid was de blootstelling waarschijnlijk minder ernstig. De medewerker droeg sokken, die een deel van de straling tegenhouden. Daarnaast is het goed mogelijk dat de besmetting minder lang aanwezig was dan vier uur. De echte stralingsdosis zal dus lager zijn geweest. Dat moet onderzoek uitwijzen.

 

Kijk hier voor meer informatie over straling.

Tijdens de middagdienst op zaterdag 8 maart 2025 was de eerste aanvalsploeg tijdelijk niet precies samengesteld volgens de eisen in de technische specificaties.

De kerncentrale heeft een eerste aanvalsploeg met een vastgestelde omvang en samenstelling om bij brand in de kerncentrale snel in te kunnen grijpen. Tijdens de middagdienst moest een medewerker van de afdeling Beveiliging de centrale verlaten. De medewerker – met de rol van gids in de eerste aanvalsploeg – had letsel opgelopen na een ongelukkige val. Hiervoor was medische behandeling noodzakelijk.

De overige manschappen en medewerkers van de dienstdoende wachtploeg waren op normale sterkte. In geval van een calamiteit had één van hen de rol van gids kunnen waarnemen. Echter was de aanvalsploeg anders samengesteld dan voorgeschreven en werd daarmee niet precies voldaan aan de vereiste technische specificaties. Na 33 minuten was er een gekwalificeerde vervanger van de afdeling Beveiliging aanwezig en voldeed de eerste aanvalsploeg weer aan de vereiste samenstelling.

De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met als voorgestelde klassering INES = 0.

 

Op maandag 20 januari 2025 werd een geringe toename van de concentratie van radioactieve edelgassen in het primair (nucleair) systeem gemeten. Dit is een aanwijzing voor splijtstoflekkage. Splijtstoflekkage komt vaker voor. Dit is niet gevaarlijk voor de bedrijfsvoering van de kerncentrale.

De situatie wordt conform de geldende procedures gevolgd. Extra maatregelen zijn niet nodig omdat de concentratie radioactieve edelgassen in het primair systeem zeer ruim (met een factor 1.000) beneden de grenswaarden ligt.

Tijdens de splijtstofwisselperiode in april, het moment waarop de splijtstofelementen (de brandstof) worden gewisseld, zal door middel van metingen en visuele inspectie  worden vastgesteld om welk splijtstofelement het gaat. Dit element wordt opgeslagen in het splijtstofopslagbassin en niet meer ingezet in de reactor. Op een later moment wordt de lekke buis uit het splijtstofelement verwijderd en opgeslagen.

De gebeurtenis had geen gevolgen voor de nucleaire veiligheid en is gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) met een voorgestelde klassering INES=0 (een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties).

Achtergrond

De reactor in Borssele bevat 121 splijtstofelementen. Ieder element bevat een bundel van 205 splijtstofstaven. Dat zijn buizen waarin de splijtstoftabletten zitten opgesloten. Bij één van deze elementen is één van deze buizen lekgeraakt. Ieder jaar wordt ongeveer een kwart van de elementen vervangen. Daar zit het lekke element dus bij.

Meer weten over splijtstof? Lees het in onze blog.

Waar bent u naar op zoek?